Goede Gerard

De Fransen (althans sommige Franstaligen) zeggen “partir, c’est mourir un peu”, vertrekken is een beetje doodgaan. Dat is natuurlijk iets dat we jou niet gunnen, ondanks het feit dat degenen die jou kennen hier bij onze club, het niet echt leuk van je vinden dat je weggaat. We weten ook dat je overwegingen hebt die nou eenmaal meer wegen dan verenigingsbelang of groepsplezier. En dat pleit dan weer wèl voor je, dat je dat gewicht serieus neemt.

Maar ik wil het eigenlijk over dat aspect hebben in het Franstalige gezegde, dat naar mijn mening de hele gedachte nogal onvolledig maakt. Immers, er wordt gesproken over het dodelijke leed van de vertrekkende, jij dus. En de achterblijvers dan? Hebben die totaal geen negatieve gevolgen van het vertrek van die bijna dode vertrekker?

Dubbele gevolgen zou ik zeggen: een waardevol mens gaat uit hun midden weg en hij/zij loopt een reëel risico om dat vertrek niet te overleven. Dat zijn toch twee heftige feiten. En dat wordt in de spreekwoorden en uitdrukkingen ook nog eens flagrant genegeerd. Een derde klap voor de achterblijvers.

Ik ben bepaald niet in de gelegenheid om de taalkundige historie ingrijpend te veranderen. De Franstalige uitdrukking is voor mij onaantastbaar aanwezig en dwingend. Ik zal er mee moeten leren leven.

En kijk, daar heb ik dan toch een positief element in deze situatie bij de staart. In tegenstelling tot de vertrekkende heb ik het gevoel dat ik moet blijven leven, namelijk om met het vertrek te leren leven.

Als we het toch over leven en dood hebben in dit kader, dringt zich natuurlijk onmiddellijk de vraag op: “Waarheen, is de weg..enz.”. Groesbeek, of all places. Een plaats met een bijna gedegradeerde eerste divisie voetbalploeg (Achilles ‘29), en de ook wel bekende Treffers of Germania in de amateurcompetitie en van oudsher doorloopplaats voor de Nijmeegse Vierdaagse (denk erom dat je langs de kant staat en zwaait als Heidi en Tineke langskomen). De westelijke punt van het Reichswald (ik zeg niks…) en onderdeel van de zeven heuvelen; vandaar ook dat Groesbeek ingelijfd is in de gemeente Berg en Dal. Een plaats waar je je journalistenhart beslist kunt ophalen, bijvoorbeeld met 112Groesbeek.nl, waar alle blikschade, inbraakpogingen, vechtpartijen, brand, veroordelingen in geuren en kleuren staan vermeld en indien ook maar enigszins mogelijk staan afgebeeld.

Groesbeek heeft zeker ook belangrijke overeenkomsten met onze streek. Zo heeft in WOII de slag om de bruggen en rivieren rond Nijmegen en Arnhem duidelijke sporen in Groesbeek achtergelaten. Dat heeft geleid tot de inrichting van een uitgebreid kerkhof voor Canadese oorlogsslachtoffers en de oprichting van een veelbetekenend oorlogsmuseum. En wat te denken van het feit, dat Groesbeek evenals Uffelte aan de rand ligt van het gebied waar het ijs van de voorlaatste ijstijd tot stilstand kwam.

Je weet dat ik me altijd voor je inspan. Ik heb eens nagedacht over de zaken waarmee jij je kunt bezighouden in je nieuwe omgeving en ik moet zeggen, dat ik grote kansen voor je zie. Natuurlijk is de plaatselijke tennisvereniging niet half zo gezellig als de HTC, dus dat wil ik je niet aandoen. Als echte FC Utrecht-fan zijn genoemde voetbalverenigingen vanzelfsprekend ver beneden peil, dus ik heb verder gezocht.

En ja hoor: Groesbeek heeft 180 Carnavalsverenigingen, die worden overkoepeld door drie coördinerende carnavalsverenigingen, t.w. De Feestneus, Net Aecht en de Berggeiten in Berg en Dal. Die laatste drie leveren jaarlijks elk een Prins en dat moet je dan toch wel een keertje lukken, dacht ik. Wellicht kun je zelfs doorstoten naar Prins Ummenie, die wordt beschouwd als de Hoofdprins van Groesbeek.

Kortom, ik hoor graag van je hoe je terugverlangt naar het mooie Uffelte en de HTC. Wees gelukkig daar.

Hartelijke groet

kees

Hoi Kees, dag Gerard Overzicht