Hoi Kees,

Het heeft even geduurd - druk, druk, druk met schoonmaken, verhuizen, klussen, verjaren - voordat ik eindelijk jouw laatste brief beantwoord. Maar dan heb je ook wat. Het dreigt een lange brief te worden, vrees ik, dus ga er maar even voor zitten.

Ik vermoed overigens dat je je bij het terstond lezen van mijn brief reeds in zithouding bevindt, aangezien ik ‘m tik daags nadat jij een slotakkoord hebt aangeslagen in de voorjaarscompetitie. Dat was tevens de enige keer dat jij je in ons - nou ja een beetje ons, want ik ben halverwege afgehaakt - herenteam op de baan verdienstelijk maakte. Een blessure hield je lange tijd aan de kant. En bijna sloot je met behulp van ‘schoonvriend’ Rob het seizoen zelfs af met een overwinning. Pas na een tiebreak legde jij het moede hoofd in de schoot. Maar trots kunnen wij allen zijn. Want op een derde plek eindigen, dat is een compliment waard. Zo hoog is het OL-mannenteam van HTC nog niet in deze hoogwaardige vierde klasse beland.

Je begon jouw laatste brief met een Frans gezegde: ‘partir, c’est mourir un peu’. Je liet je licht schijnen over deze uitdrukking en kwam zelfs tot enige licht-filosofische bespiegelingen over bijna dode vertrekkenden en achterblijvers. En sprak je twijfels uit of die vertrekker dit afscheid van de Havelter Tennisclub wel zou overleven. Hebben we te maken met een sombere gedachte bij mensen, die al zeven kruisjes achter hun naam hebben staan? Wat dat betreft zitten we sinds enkele dagen in hetzelfde schuitje.

Wat de gevolgen voor HTC zullen zijn, maar je vooral niet druk. De Fransen hebben nog een uitdrukking die te pas en vaak te onpas wordt gebruikt: ‘Le roi est mort, vive le roi’. Nu wil ik me geen koninklijke status aanmeten en me meer voordoen dan ik in werkelijkheid ben. En ik zal me ook nimmer laten verleiden ooit ergens prins van te worden, hoewel jij mij daar dolgraag in zo’n rol zou willen aanschouwen. Ik laat alleen even merken dat ik ook een aardig bekkie over de grens spreek. Kees, er staan altijd weer mensen op die het spulletje levend(ig) houden. Zo hebben jullie in André een prima nieuwe aanvoerder van de vrijdagavondmannenploeg gevonden, na overigens redelijk moeizame onderhandelingen, maar dit terzijde. Dan zijn er tevens mensen die mijn gedoetje in de wedstrijdcommissie en het publiciteitsgebeuren hebben overgenomen. Dus waar praten we over? Natuurlijk, de zoektocht naar een nieuwe DonderdagRagger zal niet eenvoudig zijn, maar zal op een gegeven moment ook wel iets opleveren. Dat ‘werk’ achterlaten, ach daar kom je snel overheen. Problematischer is dat je mensen gaat missen, met wie het klikt en die meer zijn dan enkel een tennismaat (m/v). En met wie het contact minder en minder wordt. Tot het overgaat.

Wat krijg ik er in Groesbeek voor terug? Onder het motto ‘uithuilen en opnieuw beginnen’ leven wij hier onder de rook van Nijmegen gewoon verder. De Fransen hebben daar overigens een veel minder dramatische uitdrukking voor, die slaan simpelweg een bladzijde om: ‘tourner la page’. Ik hou me meer bij de Hollandse gewoonte en heb, dacht ik, een sterk ijzersterk begin gemaakt door op Hemelvaartsdag bij mij om de hoek in Groesbeeks centrum (jazeker, ruim 12.00 inwoners!) onder prachtige weersomstandigheden me te storten in het feestgedruis rond het jaarlijkse Smartlappenfestival ‘Tranendal tussen de heuvels’. Dat bleek een prima medicijn te zijn om het terugverlangen naar Havelte/Uffelte enigszins  te verdringen.

Het gaat er hier in deze rooms-katholieke contreien allemaal wat Bourgondischer aan toe dan in het meer rustieke Drenthe. En zoals jij al in je brief aanstipte, er is in en om Groesbeek voldoende op dat gebied te beleven. Aanstippen is, lijkt me, niet het juiste woord voor de bijna encyclopedische wetenswaardigheden die jij neerpent. Alsof je een educatief kinderboek over een wereldwonder als de Chinese Muur fabriceert.

De gang naar de plaatselijke tennisclub is voor mij op dit nog even een brug te ver. Minpuntje van deze club is, dat het tossen overdag plaatsvindt, waarbij er amper belangstelling is voor die zeker zo belangrijke derde helft.

Nog een minpuntje: er speelt hier geen vrijdagavondteam op mijn niveau. Er doet wel een ploeg aan die dubbelspelcompetitie mee, maar de Groesbeekse gasten zijn een stuk jonger dan wij in Havelte gewend zijn. Bovendien zijn ze een klasse beter. Dus in dat team heb ik niet veel te zoeken. Wie weet, als ik me daar in de nabije toekomst aanmeld, kan ik andere leeftijdsgenoten - ietsje jonger is ook geen bezwaar - eveneens zover krijgen zich tot een team te formeren. En wat het raggen betreft. Daar doen ze hier eveneens aan, heb ik vernomen. Maar ook dat gebeurt in de ochtend. En daar zijn we nog steeds niet van, nietwaar?

Ik ga me nu eerst maar eens richten op andere dingen die komen gaan. Allereerst staat 20 juli in mijn agenda omcirkeld. Dan sta ik ongetwijfeld in Groesbeek langs de kant van de weg om Heidi en Tineke als Vierdaagewandelaars een hart onder de riem te steken. Dat zullen ze wellicht hard nodig hebben, want zoals elke ervaren Vierdaagseloper weet, is dat een zware klus, waarbij aan het laatste deel de loodzware zeven heuvelen in en rond Groesbeek moeten worden bedwongen. Een lange vrij smalle weg met zeven grote bergachtige heuvels. De Zevenheuvelenweg ligt zo'n beetje aan het einde van de route en kan daardoor dus ook extra vermoeiend zijn. Ik beloof je, mocht het nodig zijn, dat ik Heidi en Tineke er wel doorheen sleep. Ik hoop dan de beide HTC-vrouwen op de gevoelige plaat te zetten en daarvan kond te doen op de HTC-website.

Vervolgens richt de menselijke en dierlijke inhoud van Huize Veerkamp-van Rees vanaf begin augustus de blik op het zuiden. Om zich gedurende zo’n dikke drie weken  als een vorst in Frankrijk te wanen. Misschien kan ik er - vanwege de hier heersende paapse Gelderse/Brabantse/Limburgse invloeden - beter een meer sacraal cliché tegenaan gooien: me als God in Frankrijk te gedragen. Wie weet komen we ‘en route’  jou en Lies in de camper wel tegen. En dat alles met als credo: ‘laissez faire, laissez passer’.

Au revoir,

Gérard.

Hoi Kees, dag Gerard Overzicht