Aan succes ten onder

Hoi Kees,

In het nog niet eens zo bar verre verleden - in een periode dat elke andere dan witte kleding- en schoeiselkleur op de baan als not done werd ervaren - was de zondagcompetitie je van het in het Nederlandse tenniswereldje. Op die dag traden de beste spelers (m/v/enz.) op zondag tegen elkaar in het strijdperk. Vooral talentvolle jongeren werden geacht - als ze de leeftijd van achttien jaar hadden bereikt - om zondagteams aan een kampioenschap te helpen. Wie liever op zaterdag zijn tenniskunstjes wilde vertonen had de keuze al gemaakt: hogerop zit er voor mij niet in.

 

Probleem was wel dat je op die beide weekenddagen voor twee potjes tennis (een enkel- en een dubbelspel) een hele dag van huis was. Voor sommigen moge dat een zegen geweest zijn, voor veel spelers en/of familieleden werd die langdurige tijd op en rond de banen op den duur als te langdurig ervaren. Dat had te maken met het feit, dat je met meerdere teams een baan moest delen en/of dat de ‘derde helft’ een (te) belangrijke rol ging spelen. Wat geregeld ten koste ging van het welzijn van huisgenoten.

Hoe anders is het tegenwoordig. Je kunt op vrijwel elke dag van de week en op veel tijdstippen in competitieverband een balletje slaan, ongeacht je speelsterkte. Met name de vrijdagavond is heden ten dage uitermate populair. Het nadeel van die avond is dat je niet eindeloos mag doortennissen, dus een volledig programma van enkel- en dubbelspelen kan niet worden afgewerkt. Dat betekent dat er enkel wordt gedubbeld. Voordeel hiervan is, dat mensen die bij het enkelspel wat betreft de beweeglijkheid tegen de grenzen van hun kunnen beginnen aan te lopen nu toch volop de kans krijgen hun favoriete spelletje te blijven uitoefenen. Mensen dus die een leeftijd bereiken, welke wij beiden voor een deel ook al weer achter de rug hebben. 

Zo’n twaalf, dertien jaar geleden was het uitgerekend jij, die het plan opperde om ook  een ploeg van HTC - inmiddels met recht good old, want heden negentig jaar oud - voor die vrijdagavonddubbelspelcompetitie te laten inschrijven. 

Sorry, ik moet je even tussendoor deelgenoot maken van mijn plots opkomende poëtische gevoelens:

Three times Hip Hip Hurrah
For good old HaaTeeCee
Negentig of negen keer tien
Ooit zo’n vitaal oudje gezien?

Een gouden greep dus, die aanmelding voor dit vrijdagavondfestijn. Bij zijn debuut werd dat/ons team prompt kampioen. Via jouw en mijn inbreng en die van Klaas de Vries, Hylke de Graaf, Rob Beekmans, Johan Pekel, Jurian Brekelmans, Hans Oostveen en Huib de Wit versloeg HTC zeven tegenstanders op rij. Dat was een ploeg van veertigers, vijftigers en toen nog zestigers, in een competitie voor mensen vanaf 45 jaar, wat later werd verlaagd naar 35 jaar. En weer later voor tennissers van alle leeftijden. 

Niet alleen de prestaties van dat team op de baan waren van een hoog (nou ja, alles is betrekkelijk) niveau, ook het samenzijn na afloop in eigen en andermans kantine waren top. We vormden een geweldig team met een prima onderlinge band. Mensen die denken er verstand van te hebben menen dat een niet onbelangrijke voorwaarde voor dit succes lag in de aanstelling van de ideale aanvoerder. Het is wellicht te lang geleden om deze mening op betrouwbaarheid te controleren.

In elk geval werden de ogen van mede-clubleden geopend. Misschien speelde jaloezie daarbij ook een beetje mee. ’Wat die mannen doen, dat willen wij ook’. Het aantal HTC-ploegen op de vrijdagavond groeide, niet gestaag, maar vliegensvlug, eveneens bij andere tennisclubs, in oost en west, midden, noord en zuid in den lande. Anno 2022 staan er bijvoorbeeld zeven teams uit Havelte op de baan. Niet meer wekelijks, maar eens per twee weken. Het gevolg van de enorme populariteit voor de vrijdagavond onder tennissend Nederland. Een maatregel van de KNLTB om die competitie nog enigszins in goede banen te leiden. Dat levert nogal wat gemopper op. Ooit kwam de tennisbond op het onzalige idee om die vrijdagavondduels op tijd te laten spelen. Wie weet mogen tennissers in de nabije toekomst alleen nog maar partijtjes in verkorte vorm afwerken of eens per drie of vier weken in actie komen.

Die huidige vrijdagavondbezigheid kun je een klassiek voorbeeld noemen van iets wat aan eigen succes ten onder gaat of dreigt te gaan. Ook omdat met name jongere spelers de aantrekkelijkheid van die avond hebben ontdekt.

Je kunt je afvragen of dit een goede ontwikkeling is. Sterker nog, ik vraag me dat af. Nog sterker nog, ik ga daar een antwoord op geven, daarmee een steen werpend in de toch al niet rimpelloze vijver. Jongeren - en dan bedoel ik twintigers en dertigers - hebben naar mijn idee niet veel te zoeken op die avond, waar ze van twee potjes dubbelen echt niet moe of beter worden. Integendeel. Ik gun ze hun pleziertjes, maar voor hun eigen bestwil en hun kansen om de tennisladder hoger te beklimmen is het spelen van singles onontbeerlijk. Wellicht hebben ze niet de ambitie wat meer uit hun lijf te halen. Dat vind ik nog minder prijzenswaardig. Pas als ze in hun eentje het hele veld moeten bestrijken worden onze ‘jonge’ medetennissers echt getest, pas dan halen ze het uiterste uit hun kunnen.

Dat is mijn antwoord, dat vanzelfsprekend lang niet iedereen zal bevallen, maar dat ben ik gewend. Ik voel me wel (samen met jou?) een beetje kenner op dit gebied. En vertolk in dezen graag de rol van mister Waldorf uit de onvergetelijke tv-serie The Muppet Show, die over alles en iedereen z’n zegje deed. Kees, als jij in deze ‘discussie’ dan een bijdrage van zijn maat Statler wilt leveren, kunnen deze twee oudjes misschien die andere tijden doen herleven. De tijden waarin ieder op zijn/haar niveau elke week aan de bak kwam. Als wij die jongeren zover kunnen krijgen naar dit gratis advies te luisteren, wie weet boeken we dan toch weer als vanouds een succesje.

Groeten,

Gerard.

Nieuws Overzicht