Brief uit de tuin

Goede Gerard

Ik stuur je deze brief als eerste product in deze serie vanuit mijn nieuwe onderkomen, mijn tuinkantoor. Ik zal je de beschrijving besparen, je komt maar een keer kijken. Maar ik kan je wel vertellen dat de ontstane situatie zorgt voor allerlei inspiratie, die mijn leven (nog) boeiender maakt. Als dit nou, wat je regelmatig hoort, een man’s cave is, snap ik niet dat wij mannen (!) ooit in rijtjeshuizen en dergelijke onderkomens zijn gaan wonen. Het barst in ons landje weliswaar niet van de grotten, maar daar moest toch iets op te vinden zijn geweest. Er waren in deze buurt heel wat enorme stenen te vinden die met wat ingenieuze stapeltechnieken tot grot omgevormd hadden kunnen worden.

 

Ik weet wat je nu denkt, want zo ben je nu eenmaal (hulde): en de vrouwen dan? Gemakshalve kan ik die vraag van me afschuiven. Immers, de vrouw streeft terecht naar zelfstandigheid en zal zeker met oplossingen komen. Hetzelfde gemak als hiervoor genoemd brengt me op de gedachte, dat ik me daar juist niet moet bemoeien. Maar in mijn achterhoofd speelt ook een dilemma. Wat is een belangrijke reden om mijn situatie prettig en stimulerend te vinden? Inderdaad, het feit, dat ik op sommige momenten mij kan verenigen met mijn vrouw rond een ontbijtje, een kop koffie, een frisdrankje, een glaasje wijn. Dus de man vermaakt zich in zijn grot omdat hij er ook uit mag en in bijvoorbeeld zijn rijtjeshuis met zijn vrouw (of man, het mag van mij hoor) zijn leven kan delen.
Een vriend van mij (ja, die heb ik ook) heeft zijn enorme verzameling muziek cd’s gedigitaliseerd en voor mij op een harde schijf gezet. Ik moet niet denken aan de klus die dat oplevert, ik zou me eerst moeten verdiepen in de techniek om dit te doen, en dan nog de uitvoering ter hand nemen. Maar nu geniet ik in mijn onderkomen van het geluid van een aantal mij bekende musici en een groot aantal mij onbekende musici en bands. Bovendien is een klein aantal cd’s gevuld door mensen die mijn voorkeur bepaald niet hebben. En dan zie je hoe democratisch de digitale wereld is: die kan ik gewoon overslaan en me toeleggen op lekker luisteren of tenminste lekker horen.
En dan maar hopen dat dat democratische karakter van de digitale wereld niet verloren gaat in de naaste en de verdere toekomst. Want als we gaan worden bestuurd door kunstmatige intelligentie moeten we maar afwachten wat ons overkomt. Die intelligentie wordt immers in de ontwikkelingsperiode gevoed door ons soort: de mens. Is het erg cynisch als ik dan denk, dat die constructie niet veel goeds kan bieden? Enig wantrouwen is toch op z’n plaats. Zeker als de ontwikkeling zo ver is dat ook anderen dan wetenschappers er invloed op kunnen uitoefenen. Je hoeft maar het nieuws te volgen om je daarbij verschrikkelijke toekomstbeelden in het hoofd te halen. Maar wellicht, denk ik dan hoopvol, is in de dan actuele wereld de informatie die je krijgt zodanig verdraaid dat je je niet realiseert wat er om je heen echt gebeurt. 

Ach, je kent mijn zorg om de manier van communiceren en het omgaan met de waarheid, die momenteel in zwang lijkt te zijn. We zijn altijd duidelijk met onze mening over hoe bepaalde mensen of systemen met die (onze!) waarheid omgaan. Terwijl we naar mijn mening niet voor de volle honderd procent zeker kunnen zijn over de informatie die wij zelf krijgen. Vaak kan ik de berichten niet toetsen en is de waarheid dus ook maar een wankel begrip. Ik las daarover laatst een gedachte die me helpt om er niet depressief van te worden. Ik wil je die ook graag meegeven: degene die je informeert kun je het beste beoordelen op de (waarschijnlijke, daar heb je hem weer) waarachtigheid waarmee hij of zij dingen beweert.

Zo probeer ik deze eerste brief vanuit de tuin uiteindelijk een happy end te geven.
hartelijke groet

kees
662 w               3798 t              48 r

Nieuws Overzicht